Of een strategie of maatregel passend is hangt af van de kenmerken van een gebied, de positie in het watersysteem, sociaal-maatschappelijke keuzes en de (beleids)afweging die tussen de doelen wordt gemaakt. Er zijn ontelbaar veel combinaties en volgordes van strategieën en maatregelen te bedenken. Ontwikkelpaden zijn niet bedoeld om álle mogelijkheden in kaart te brengen, maar ze maken inzichtelijk waar de grote verschillen zitten en welke keuzes dan mogelijk zijn. Doordat hierbij vooruitgekeken wordt in de tijd (nu, straks, later), helpen ontwikkelpaden ook na te denken over de houdbaarheid van maatregelen en de veerkracht van het systeem. 

Wat kan op welke plek?

Bij maatregelen kun je denken aan technische maatregelen, maar ook aan beleid- en regelgeving of verandering van ruimtelijke functies. Om de effecten van klimaatverandering op te vangen, is het noodzakelijk een set van verschillende maatregelen in samenhang te implementeren. Een hulpmiddel hierbij is de KLIMAP menukaart, die een overzicht geeft van de effectiviteit en toepasbaarheid van adaptatiemaatregelen in een specifiek (deel)gebied. Het vertalen van ontwikkelpaden, op basis van maatregelen, naar een ruimtelijke context blijkt nog een uitdaging te zijn. Een vergelijkbare uitdaging zien we vaak rond het nader invulling geven van beleid, waarvoor visies worden ontwikkeld. Zowel ontwikkelpaden als visies zijn semi-ruimtelijk, zonder specifieke locaties. Als eerste stap richting concrete ruimtelijke toepassingen ontwikkelde KLIMAP  inrichtingsvarianten. Deze varianten verbinden visies en ontwikkelpaden met specifieke ruimtelijke functies en de uitkomsten van hydrologische modellering (GLG en GHG). Zie ook: Land en Water, 2023 editie 7 en 8, pagina 30/31

In gesprek over maatregelen

Binnen KLIMAP is een tool ontwikkeld, die helpt om samen in gesprek te gaan over maatregelen. Dit is de Praktische Adaptatiemaatregel Afwegings Toets -tool (PrAAT-tool). De PrAAT-tool maakt de benodigde inspanning en de doorlooptijd van maatregelen bespreekbaar. Bij inspanning gaat het bijvoorbeeld om maatschappelijke acceptatie, investeringskosten en inpasbaarheid in beleid. Bij doorlooptijd gaat het over voorbereidingstijd en uitvoeringstijd. Zo ontstaat een beeld van de uitvoeringsperiode die voor een maatregel nodig is. Via de tool kun je meerdere maatregelen met elkaar vergelijken. Op die manier helpt de PrAAT-tool om maatregelen in de tijd te plaatsen bij het schetsen van ontwikkelpaden.

‘Wel of geen spijt’ maatregelen

Ontwikkelpaden helpen om inzichtelijk te maken waar je op korte termijn en lange termijn kunt vastlopen: is de huidige koers houdbaar of niet? Zo krijg je eventuele ‘high regret’ maatregelen in beeld. Is hier overeenstemming over, dan kun je die route(s) alvast afstrepen. Het is ook mogelijk om gezamenlijk ‘no/low-regret’ maatregelen te bepalen: welke maatregelen zijn in de route naar elk toekomstbeeld een goed idee? Voorbeelden vanuit de KLIMAP cases zijn duurzaam bodembeheer, prioritering en zonering van gebieden of het stimuleren van ontwikkelingen in relatie tot de waterbeschikbaarheid. Deze ‘no/low-regret’ maatregelen zijn belangrijk om te nemen, maar het vormgeven van transitie lukt alleen als er ook gesproken wordt over pijnlijke maatregelen.

 Monitoren van maatregelen

Toekomstgericht denken en werken vraagt om een ‘kompas’ dat inzicht geeft of je daadwerkelijk stappen zet richting de gewenste doelen of toekomstbeeld. Een belangrijk navigatie-instrument is monitoring. Binnen KLIMAP hebben we enkele vingeroefeningen uitgevoerd, vanuit het concept veerkracht. Een van de inzichten die naar voren kwam is het belang om onderscheid te maken tussen systeemindicatoren en gebruikersindicatoren. Voorbeelden van systeemindicatoren zijn bodemvocht, waterkwaliteit -en kwantiteit, en vlinderstand. Voor het monitoren van de veerkracht van een systeem zijn ook ‘langzame’ variabelen relevant, zoals trends van chemische stoffen, bodemleven en biodiversiteit. Gebruikersindicatoren gaan over effecten in relatie tot het gebruik van een gebied. Denk bijvoorbeeld aan de diversiteit van bedrijven en de ontwikkelingen hierin. Een grote uitdaging hierbij is om monitoring ook echt in beeld te houden en te verbinden met beleid en de bijsturing van maatregelen.