klimaatadaptieve-maatregelen-haaksbergen.png

In Haaksbergen, gelegen in het oosten van Overijssel, wordt regelbare drainage met subirrigatie toegepast voor het actief beheer van het afvoeren, vasthouden en aanvullen van grondwater op perceelniveau toegepast. Het drainagesysteem wordt hier gevoed met restwater van de nabijgelegen rioolwaterzuivering.

Verspreid over de zandgronden worden in KLIMAP verschillende veldproeven uitgevoerd (o.a. in Stegeren, America en Haaksbergen), waarin de effecten van regelbare drainage met subirrigatie worden onderzocht. De veldproeven onderscheiden zich door de gebruikte waterbron (RWZI-effluent, oppervlaktewater of grondwater), de wijze van aansturing of door de focus van het onderzoek. Anders dan in Stegeren en America, vindt hier subirrigatie plaats met restwater van de nabijgelegen rioolwaterzuivering.

Hoewel Nederland regelmatige neerslag en aanvoer van grote rivieren kent, zijn verschillende gebieden van Nederland, waaronder ‘de hoge zandgronden’, gevoelig voor (periodieke) droge perioden. Een voor de hand liggende oplossingsrichting is het beter benutten van aanwezige waterstromen. Iedere dag stromen er bijvoorbeeld grote hoeveelheden water (een waterschijf van bijna 50 mm per jaar (Cirkel et al., 2017)) via de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) naar het oppervlaktewater, en via de oppervlaktewateren het gebied uit. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor verdere zuivering van het effluent en worden proeven uitgevoerd met innovatieve zuiveringstechnieken. Dit valt samen met aandacht voor het concept ‘de RWZI als waterfabriek’, waarbij gekeken wordt naar nuttige inzet van het effluent.

Effluent bevat na gangbare zuivering nog verschillende stoffen en ziekteverwekkers. Initiatieven rondom hergebruik van effluent krijgen te maken met vragen rondom de mogelijke risico’s. Het gaat dan om veiligheid en gezondheid, maar bijvoorbeeld ook om milieu en wet- en regelgeving. Over veel van deze onderwerpen is nog veel niet bekend. Om verantwoord hergebruik mogelijk te maken zullen antwoorden gezocht moeten worden op deze vragen. Naast bewust hergebruik van effluent, is er in de praktijk ook sprake van onbewust hergebruik (Beard et al., 2019). Hier is bijvoorbeeld sprake van wanneer er voor gewasberegening gebruik wordt gemaakt van oppervlaktewater dat (deels) uit effluent bestaat. Ook voor deze bestaande praktijken kan onderzoek naar veilig en verantwoord hergebruik van belang zijn

Welke maatregel wordt onderzocht?

In deze veldproef wordt de volgende maatregel uit de KLIMAP menukaart onderzocht:

C1.3 Op afstand regelbare drainage met subirrigatie met effluent

Doel van de veldproef

Sinds 2015 wordt er op een landbouwperceel in Haaksbergen een proef uitgevoerd met subirrigatie, gevoed met gezuiverd effluent. Hierbij wordt effluent uit de nabijgelegen RWZI toegevoerd in het klimaatadaptieve drainagesysteem (KAD-systeem), om te verkennen hoe subirrigatie kan bijdragen aan de watervoorziening van het gewas en wat dit zou betekenen voor verspreiding van stoffen in de ondergrond. Deze proef sluit ook aan bij de EU-richtlijn rondom waterhergebruik, die zich specifiek richt op direct hergebruik van gezuiverd huishoudelijk restwater voor de landbouw.

De aanpak

De combinatie van een KAD-systeem met subirrigatie heeft als doel om het gewas met beperkte verdampingsverliezen van water te voorzien tijdens het groeiseizoen en de beregeningsbehoefte vanuit grondwater te verminderen. Het KAD-systeem kan perceelwater draineren, vasthouden en extern water aanvoeren voor subirrigatie. Voor het actief aanvullen van het watersysteem via subirrigatie kan gebruik gemaakt worden van verschillende bronnen van water, zoals oppervlaktewater, grondwater en gezuiverd restwater. De keuze voor de bron hangt af van zowel de beschikbaarheid als de kwaliteit. Als bron van water voor subirrigatie wordt in de proef bij RWZI Haaksbergen secundair gezuiverd effluent gebruikt. Dit secundair gezuiverd effluent bevat echter nog stoffen die niet gewenst zijn in het gewas of het grondwater. Het onderzoek richt zich dan ook (naast de vochtvoorziening van het gewas) specifiek op het in kaart brengen van de verspreiding van deze stoffen in de bodem en ondergrond. Haaksbergen wordt hier als casus gebruikt, die ook als kennisbasis kan dienen voor het vormgeven van eventuele andere proeven met inzet van effluent.

Daarnaast is verstopping van regelbare drainagesystemen een reëel risico. Ook dit aspect wordt in Haaksbergen onderzocht.